Een specialist nodig? 030 – 272 45 00

Strafrechtelijke aansprakelijkheid binnen de zorgorganisatie | Zorgvisie augustus 2016 – Jaap-Willem Roozemond

1 augustus 2016

In: R+DH in de Media

Laat u niet overvallen

tekst Jaap-Willem Roozemond

Het aantal strafrechtelijke vervolgingen in de zorg neemt toe. In 2012 was het bewezen bedrag aan pgb-fraude 2,1 miljoen euro, een jaar later was dit bedrag ruim verdubbeld naar 5,5 miljoen euro. Staatssecretaris Van Rijn van VWS heeft alleen al dit jaar 2,4 miljoen euro extra vrijgemaakt voor opsporing en vervolging van pgb-fraude. En de Inspectie SZW beschikt over een groot team voor opsporing en vervolging van pgb-fraude onder leiding van het Openbaar Ministerie, afdeling Functioneel Parket.

Het gaat in deze gevallen dus om vervolgingen voor economische delicten zoals valsheid in geschrifte en oplichting. De verdenking is in de regel dat er minder zorg is geleverd dan gedeclareerd. Dit kan al snel aan de orde zijn door gebrekkige zorgregistratiesystemen of wanneer er discussie ontstaat of de geleverde dienst op grond van wet- en regelgeving als zorg kan worden aangemerkt. De ervaring leert dat leidinggevenden zich hiervan niet bewust zijn en zorgorganisaties onvoldoende zijn voorbereid op een eventueel strafrechtelijke onderzoek of vervolging. Er zijn nagenoeg geen draaiboeken.

Bestuurders en leidinggevenden zijn na een zogeheten actiedag – een dag waarop onder leiding van een rechter-commissaris gecoördineerde doorzoekingen van woningen van leidinggevenden en bestuurders en kantoorpanden gelijktijdig plaatsvinden – behoorlijk van slag. Een veelgehoorde opmerking na zo’n dag is dan ook: ‘Dit had ik nooit kunnen bedenken. Dat mijn kinderen dit mee moeten maken.’

Een strafrechtelijke verdenking is een serieuze bedreiging voor zorgorganisaties en (feitelijk) leidinggevenden. Strafoplegging eveneens; er dreigt geregeld een gevangenisstraf. Ook kan de officier een bestuursverbod vorderen. De door het OM gestelde fraudebedragen (wederrechtelijke voordelen genoemd) kunnen oplopen tot tientallen miljoenen euro’s, die de officier terugvordert. Het voortbestaan van de zorgorganisatie wordt dus bedreigd, zelfs bij geringe verdenkingen. Alleen al door imagoschade of doordat pgb-houders hun budget niet meer bij de betreffende zorgorganisatie mogen besteden.

Verloop van zorgfraudezaken

Om meer bewustwording te creëren van de risico’s die zorgorganisaties en leidinggevenden lopen en ernstige schade te voorkomen volgt hier een inkijkje in de totstandkoming van zorgfraudezaken.

Het proces van zorgfraudezaken kan globaal worden onderverdeeld in vijf fasen.

Fase I:  Informatie-uitwisseling tussen een niet tevreden (ex-)zorgvrager en bijvoorbeeld de IGZ.

Fase II: Het ontstaan van een verdenking op basis van (deze) informatie-uitwisseling.

Fase III:           Inzet op opsporing (telefoontaps, informatieverzoeken, onderzoek FIOD, aanhoudingen, doorzoekingen, beslagleggingen op vermogen, een persbericht van het OM et cetera).

Fase IV:           Vervolgingsbeslissing Functioneel Parket (afdeling OM) na afronding opsporingsonderzoek (sepot of dagvaarding).

Fase V: Rechtszaak (vrijspraak, straffen, ontnemingsvordering en bestuursverbod).

 

Fraude is van alle tijd. In de Bijbel (Leviticus 19:13) wordt fraude reeds aangemerkt als specifieke zonde. Je verwacht het misschien niet zo snel van zorgverleners, maar ook in de zorg wordt gefraudeerd. Een verdachte – onschuldig tot de rechter anders oordeelt – is voor de buitenwereld al vaak een fraudeur. Mede dankzij trials by media. En doordat het OM in zijn persberichten een beeld schetst alsof de verdachte al (nagenoeg) veroordeeld is. Een rechtszaak lijkt dan nog slechts een formaliteit.

 

Achtergrond van een verdenking

Vaak ligt een discussie of er wel of niet voldoende zorg is geleverd aan een verdenking ten grondslag. De discussie kan aangezwengeld zijn door rancuneuze (ex-)medewerkers of (ex-)zorgvragers. Zij deinzen er niet voor terug feiten te verdraaien bij bijvoorbeeld de IGZ of de NZA en de meest sterke verhalen de wereld in te helpen. Een voorbeeld van een verzonnen verhaal is dat een leidinggevende met zorggeld onroerend goed zou hebben gekocht in Afrika; hij zou zichzelf hebben verrijkt. Gelukkig zijn de betreffende organisatie en haar leidinggevende vrijgesproken en is de ontnemingsvordering van bijna een miljoen komen te vervallen.

De informatie-uitwisseling in fase I verloopt dan als volgt. Bij het Landelijk Meldpunt Zorg worden klachten ingediend. Dit kan geheel anoniem. Het LMZ legt – dagelijks – deze klachten voor aan de IGZ, die op haar beurt de klacht eerst aan de betreffende zorgaanbieder voorlegt met het verzoek deze te onderzoeken. De IGZ kan daarbij eisen stellen. Na acht weken controleert de inspectie het onderzoek van de zorgorganisatie en doet zo nodig nog zelf onderzoek. Wanneer er direct een verdenking is van een strafbaar feit, krijgt de zorginstelling niet de gelegenheid zelf onderzoek te doen omdat dit het onderzoek van het OM zou kunnen frustreren. De klacht wordt dan direct besproken in het Centraal Selectieoverleg.

Een verdenking kan ook ontstaan uit de informatie-uitwisseling tussen de NZa Inspectie GZ, Inspectie SZW, FIOD (hierna: instanties) en het Functioneel Parket. Deze werken steeds beter met elkaar samen. In de wet is neergelegd dat wanneer een gedraging gekwalificeerd kan worden als strafbaar feit, de instanties deze gedraging aan het Functioneel Parket (de officier van justitie) moeten voorleggen. Als een van de instanties een klacht krijgt van een rancuneuze (ex)werknemer of (ex)zorgvrager die is ingekleurd en aangedikt tot vermeende frauduleuze handelingen, dan is de kans groot dat de klacht terechtkomt in het maandelijkse Centraal Selectieoverleg Zorg. Het Functioneel Parket en de instanties wisselen in dat overleg de ontvangen informatie uit, zodat de officier op basis daarvan kan beslissen een strafrechtelijk onderzoek op te starten.

De instanties zijn met elkaar overeengekomen dat zij elkaars gegevens en inlichtingen die zij verkrijgen uitwisselen. Dit betekent dat ook informatie naar aanleiding van controlebezoeken bij een zorgorganisatie, (telefoon)gesprekken met medewerkers, ontvangen (anonieme) klachten et cetera terecht kunnen komen in het Selectieoverleg. De officier kan vervolgens beslissen of nader onderzoek dient plaats te vinden naar deze feiten of dat tot vervolging wordt overgegaan. Daarnaast ontvangen de instanties meldingen en inlichtingen van Reclassering Nederland, het UWV, politie en de sociale recherche in gemeenten. Deze informatie zal eveneens – naar gelang de ernst – in het Centraal Selectieoverleg Zorg besproken worden.

Als u en uw medewerkers zich niet bewust zijn van de strafrechtelijke risico’s, kunnen ondoordachte verklaringen verkeerd uitpakken en leiden tot stafvervolging. Alleen al bijvoorbeeld doordat bij een huisbezoek van het zorgkantoor in vertrouwen wordt verteld dat wel eens wat minder zorg wordt verleend dan gedeclareerd, maar dat dat de volgende maand(en) waarschijnlijk zal worden ingehaald.

Zorgaanbieders doen er dus goed aan klachten serieus te nemen, voordat ze aangedikt bij het Functioneel Parket belanden en een eigen (strafrechtelijk) leven gaan leiden. Zorg dat uw compliance officer op de hoogte is van op de loer liggende delicten zoals een verschil in geleverde zorg en gedeclareerde zorg. Een verdenking kan al ontstaan door onzorgvuldig administreren. Voordat u het weet, maakt u als verdachte onderdeel uit van een actiedag.

Jaap-Willem Roozemond is strafrecht en bestuursstrafrecht advocaat (partner) bij Bouwman Roozemond & De Haan advocaten (br&dh) te Utrecht.

 

Klik hier voor de link naar het artikel

Advies van ons nodig?

Heeft u advies of juridische bijstand nodig?
Neem dan contact met ons op!
Bel 030 272 45 00

Stuur een mail
U gebruikt een verouderde browser!

Werk uw huidige browser bij naar de laatste versie. Update mijn browser nu

×