Tubantia: “Advocaat: Kan Rotterdam onbevooroordeeld naar Rijssense penningmeester van Ahrar al-Sham kijken?”

De 44-jarige Syriër Mohammed B. uit Rijssen moet zich als penningmeester van Ahrar al-Sham verantwoorden voor de rechtbank in Rotterdam. En die weet zeker dat dát een terroristische organisatie is, juist in de periode die B. ten laste wordt gelegd. Zijn advocaat is niet blij dat de zaak in Rotterdam dient.

Vrijdagmiddag is B. voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam. Die heeft de gevangenhouding verlengd met veertien dagen. B. mag met niemand behalve zijn advocaat contact hebben.

Inval

Dinsdagochtend viel de Dienst Speciale Interventies een huis aan de Karel Doormanstraat in Rijssen binnen om vluchteling Mohammed B. uit Syrië aan te houden. De man zou in 2013 een vooraanstaande rol hebben gespeeld bij Ahrar al-Sham. Hij zorgde voor de geldstromen.

B. woont een jaar of vier met vrouw en kinderen in Rijssen. Zij gaat gekleed in boerka. Hij staat bekend als een vriendelijke vader, met een verminkte arm als gevolg van marteling. Vorig jaar zijn ze maandenlang zonder zoon weggeweest, naar eigen zeggen naar Turkije.

Stempel

In een persbericht meldde het Openbaar Ministerie dinsdagmiddag dat B. de Syrische nationaliteit en een tijdelijke verblijfsvergunning heeft. Het eindigt met de zin: ‘De rechtbank Rotterdam heeft Ahrar al-Sham in 2019 bestempeld als een terroristische organisatie’.

Dat is een opvallend zinnetje. Rotterdam is de rechtbank die eerder leden van de beweging veroordeelde. De betreffende vonnissen kunnen richtinggevend zijn voor wat de Rijssenaar boven het hoofd hangt.

Maar woordvoerder Wim de Bruin van het Openbaar Ministerie zegt dat de zaak tegen de Rijssenaar daar ‘helemaal los van staat’. Het OM haalt de uitspraken van Rotterdam aan, omdat Arhar al-Sham niet op de Nederlandse lijst van terroristische organisaties staat en er discussie is geweest over de status ervan.

Rotterdam veroordeelde vorig jaar de twee Syriëgangers Youssef C. en Ilias J. tot 5,5 en 6 jaar cel voor deelname aan de jihadistische strijd in Syrië bij onder meer Ahrar al-Sham. Het vonnis beschrijft de organisatie en zelfs de periode waarin volgens het Openbaar Ministerie de Rijssense vluchteling voor geld zorgde.

Voorbarig

Maar er is ook tegengeluid. Advocaat Tamara Buruma vindt de verwijzing naar het vonnis van rechtbank Rotterdam niet op zijn plaats. Zij verdedigt één van de twee veroordeelde Syriëgangers. Het is voor haar nog maar de vraag of de opvatting van de rechtbank overeind blijft in het hoger beroep dat is aangetekend en februari volgend jaar dient.

Rechtbank Rotterdam baseert haar opvatting over Ahrar al-Sham op de rapportage van een politie-expert. Nu zijn twee andere deskundigen gevraagd de status van de organisatie te beoordelen, zo laat ze weten.

Dit betreft slechts een deel van het artikel. Voor het gehele artikel klik op de onderstaande link.